In English:
In Dutch:
DCDD: Doel Voice vraagt integrale aanpak
Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) de Tweede Kamer op 1 juli geïnformeerd over Voice. Voice is een nieuw fonds, gericht op de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen en bestemd om hun capaciteit tot pleiten en beïnvloeden te versterken.
Het motto van Voice, Nothing about us without us, en de expliciete referentie aan Disabled People’s Organisations (DPO’s, organisaties van mensen met een handicap) laten zien dat het ministerie beseft, dat extreme armoede en de daarmee samenhangende problematiek van gemarginaliseerde groepen alleen doeltreffend kunnen worden aangepakt als iedereen om wie het gaat, ook ‘meegenomen’ wordt.
Positieve aspecten
DCCD is verheugd te zien dat de minister suggesties van Partos, de werkgroep Leave no one behind en DCDD serieus genomen heeft, met name als het gaat om de erkenning van:
- het belang van versterking van organisaties die zich richten op de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen;
- de noodzaak van een platform voor uitwisseling van kennis en ervaring;
- het belang van Zuid-Zuid-samenwerking; en
- de toegevoegde waarde van grote maar ook kleine organisaties die de belangen van gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen behartigen, én van organisaties die uit deze groepen zelf zijn ontstaan.
DCDD waardeert ook ten zeerste dat het ministerie heeft besloten het beheer en de uitvoering van Voice (via een tender) uit te besteden aan een organisatie die toegankelijk is voor de doelgroep en die beschikt over expertise in de capaciteitsversterking van gemarginaliseerde groepen.
Aandachtspunten
Naast positieve aspecten signaleert DCDD ook een aantal aandachtspunten. Zo rijst bij ons de vraag waarom uitgerekend nu niet wordt gesproken over de verantwoordelijkheid van overheden, kennisinstellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en particulieren noch over het belang van verbinding tussen deze segmenten. Het beleidskader Pleiten en Beïnvloeden – waar Voice deel van uitmaakt – gaat uit van een toenemende verwevenheid van wereldvraagstukken. Uit de brief van de minister concluderen we dat de verantwoordelijkheid nu grotendeels in het Zuiden wordt gelegd. We waarderen de erkenning dat juist Zuidelijke organisaties een essentiële bijdrage kunnen leveren aan het identificeren en bereiken van gemarginaliseerde groepen. Maar om de uitsluiting van deze groepen te doorbreken, is het ook heel belangrijk dat hun ‘inclusie’ op de agenda komt van internationale spelers, van donoren en het bedrijfsleven in zowel het Noorden als het Zuiden.
DCDD pleit er daarom voor dat binnen Voice ruimte komt voor beleidsbeïnvloeding die is gericht op Zuidelijke én Noordelijke beleidsmakers.
Ook in de Sustainable Development Goals (SDG’s Duurzame Ontwikkelingsdoelen) wordt erkend dat om een eind te maken aan de uitsluiting van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen mondiale inspanning en samenwerking nodig is. Ook in het VN-Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap staat dat mondiale samenwerking noodzakelijk is: juist omdat er overál een relatie is tussen armoede en handicap, is internationale samenwerking van groot belang. DCDD ziet hier ook een uitdaging voor de Nederlandse overheid. Bijvoorbeeld om inclusie breed gestalte te geven binnen de beleidsprioriteiten van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nederlandse bedrijfsleven, onder meer door gemarginaliseerde groepen via werkgelegenheid en producentengroepen te betrekken in waardenketens. Kortom, er is alle reden en er zijn volop mogelijkheden om de Nederlandse ‘inclusieagenda’ te verbinden met een Zuidelijke agenda, en omgekeerd.
In het kader hiervan is DCDD voorstander van een krachtige verbinding tussen het nog op te richten Zuidelijke leernetwerk – dat een plaats krijgt binnen Voice – en het al bestaande Nederlandse leerplatform Leave no one behind van Partos. DCDD is overtuigd van de toegevoegde waarde van de uitwisseling van praktische leerervaringen in het Noorden en het Zuiden.
Onze derde aanbeveling aan de minister is dat in het kader Voice pleiten en beïnvloeden breder wordt opgevat dan enkel en alleen gericht op lokale en (internationale) beleidsmakers. Het gaat in onze optiek evenzeer om inspanningen die erop zijn gericht om ontwikkelingsprogramma’s – van bijvoorbeeld overheden, (I)NGO’s en bedrijven – meer inclusief te maken.
Het gaat niet alleen om inclusief beleid, maar ook om het toegankelijk maken van reguliere diensten en voorzieningen. Juist daar zijn grote slagen te maken.
Om concrete verandering te bewerkstelligen, is lobby op beleidsniveau van belang, maar óók het beschikbaar maken van gecontextualiseerde toegankelijkheidsrichtlijnen en de training en bewustmaking van dienstverlenende instanties.
Mensen met een beperking zijn oververtegenwoordigd in de groep in extreme armoede leeft. Ze behoren bovendien in de regel tot meerdere gemarginaliseerde groepen. Actieve betrokkenheid van gemarginaliseerde groepen bij beleidsbeïnvloeding is geen vanzelfsprekendheid. Ze bereiken én betrekken vraagt om een integrale benadering met interventies op verschillende niveaus. De expliciete erkenning dát de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen tot nu toe zijn ‘vergeten’ en dat het juist voor hen van groot belang is dat ze op innovatieve manieren hun stem kunnen laten horen, is een stap voorwaarts die DCDD toejuicht.
Met het nieuwe fonds én een integrale, innovatieve aanpak, kunnen kleine stemmen luid gaan klinken.